Veelgestelde vragen over zonnepanelen
In principe zijn alle soorten zonnepanelen die je bijvoorbeeld op een woonhuis kunt plaatsen, ook geschikt voor een sportaccommodatie. Omdat de energiebehoefte doorgaans groter is dan van een gemiddeld woonhuis, zul je wel meer panelen nodig hebben en/of een hoger rendement. Maar meestal is het gebouw ook groter en is er dus ruimte om meer zonnepanelen te plaatsen.
Overigens zijn er voor de sportsector meerdere innovatieve oplossingen in ontwikkeling, om op de grote oppervlakte van sportvelden, die een groot deel van de dag niet gebruikt worden, te benutten voor de opwekking van energie met zonnepanelen.
Energieopwekking bij zonnepanelen wordt vaak simpel uitgelegd als ‘straling van de zon die wordt omgezet naar gratis elektriciteit’. Dit is in essentie waar, maar je hebt iets meer nodig dan alleen een zonnepaneel.
Om elektriciteit op te wekken uit zonnestraling zijn drie elementen nodig: de zon, een zonnepaneel en een omvormer. Zodra zonlicht op de geschakelde zonnecellen valt ontstaat er een elektrische stroom. Door alle aan elkaar geknoopte zonnecellen gaat een stroom lopen. Dit noemen we ‘gelijkstroom’. Dit is niet hetzelfde als de stroom die uit ons stopcontact komt, want dat is namelijk ‘wisselstroom’.
De omvormer zorgt ervoor dat de gelijkstroom omgevormd wordt tot wisselstroom. Deze stroom gaat vervolgens naar de meterkast. Als je dan bijvoorbeeld de laptop aan het opladen bent of de wasmachine staat aan, dan gebruik je op dat moment de zelf opgewekte stroom en hoef je deze niet te kopen bij je energieleverancier.
Als je meer elektriciteit opwekt dan dat je op dat moment gebruikt, lever je dit terug aan het elektriciteitsnet. Hier staat een vergoeding tegenover, of dit wordt verrekend met de door jou verbruikte stroom.
Als sportvereniging of sportondernemer kun je gebruik maken van de begeleidingstrajecten van NOC*NSF. De bureaus die deze trajecten aanbieden maken een analyse van je sportaccommodatie en het energieverbruik. Op basis hiervan geven ze advies voor verduurzamingsmaatregelen (waaronder de mogelijkheid om zonnepanelen te plaatsen), stellen ze businesscases op, geven advies over financiering en mogelijke subsidies en begeleiden bij het opvragen en beoordelen van offertes. Indien je besluit om één of meer van de verduurzamingsmaatregelen uit te voeren, dan begeleiden ze ook bij de implementatie.
Onderhoud van zonnepanelen
Zonnepanelen worden over het algemeen aangeprezen als zelfonderhoudend. De regen spoelt alle viezigheden weg waardoor je zelf niet veel hoeft toe te voegen. Wel is aan te raden om aanvullend hierop een jaarlijkse schoonmaak te verrichten. Achtergebleven viezigheden kunnen namelijk resulteren in kleine daling in efficiency. De volgende punten zijn van belang om in acht te nemen:
- Check de panelen gemiddeld 3 keer per jaar op viezigheden. Voornamelijk vogelpoep.
- De tuinslang kan gebruikt worden (niet te hard) om de panelen schoon te spoelen. Een telescoop wisser is een mogelijke oplossing voor moeilijk te bereiken panelen.
- Het liefst droog schoonmaken. Als er wel water aan te pas komt, dan gelieve op momenten met weinig zon, zoals ‘s ochtends of ‘s avonds, i.v.m. het vermijden van te snel drogen.
- Plan de schoonmaak het liefst in de maanden april of mei. In deze maanden schijnt er niet altijd veel zon (zie bovenstaand punt) en staan de meest efficiënte ‘zon-maanden’ voor de deur.
- Voor goed te bereiken panelen, voornamelijk op een plat dat, is het verstandig om ze te reinigen met warm water, speciaal reinigingsmiddel en een zachte spons. Geen normale zeep of harde spons gebruiken. Dit tast de zelfreinigende laag aan.
- Geen gebruik maken van een hogedrukspuit, schuurmiddel of schuurspons.
Financieel
Besparen met zonnepanelen
Grofweg kun je zeggen dat één paneel van 300 Wp (wattpiek) gericht op het zuiden per jaar 0,85 * 300 = 255 kWh kan opwekken. Maar wanneer je de zonnepanelen anders oriënteert daalt de opbrengstfactor.
Er zijn drie factoren die bepalen hoeveel zonnepanelen kunnen opleveren:
1) Het vermogen en de hoeveelheid zonnepanelen
2) De oriëntatie (ligging ten opzichte van de zon) en hellingshoek
3) Schaduwvorming
Bij 1): Elk zonnepaneel heeft een bepaald vermogen dat aangeeft hoeveel energie het kan opwekken, uitgedrukt in Wp (Wattpiek). Dit is het vermogen onder ideale testcondities. Wanneer je dit vermogen vermenigvuldigt met het aantal zonnepanelen dat op het dak wordt geplaatst, weet je de maximale ideale opbrengst. Om een eerste inschatting van de opbrengst voor Nederland te bepalen wordt dit ‘ideale vermogen’ vermenigvuldigd met de factor 0,85 voor een paneel gericht op het zuiden. De opbrengst wordt uitgedrukt in kWh (kilowattuur).
Voorbeeld bij 1:
Je koopt een pakket zonnepanelen van 100 stuks met elk een vermogen van 320 Wp en plaatst deze gericht op het zuiden. Voor een inschatting van de te verwachten jaarlijkse opwekking, uitgedrukt in kWh, vermenigvuldig je het vermogen met een factor, die voor Nederland is vastgesteld op de 0,85, uitgaande van oriëntatie op het zuiden. Elk paneel heeft dan een verwachte jaarlijkse opbrengst van 320 x 0,85 = 272 kWh. Voor 100 panelen geldt dat er in totaal circa 27.200 kWh per jaar opgewekt kan worden.
Voorbeeld bij 2:
De oriëntatie en hellingshoek van de geplaatste zonnepanelen hebben een grote invloed op de opbrengst. De bij 1) gehanteerde opbrengstfactor van 0,85 gaat uit van een zuidelijke oriëntatie en een hellingshoek tussen de 35 en 45 graden. Deze positie levert de hoogst mogelijke opbrengst in Nederland. Plaatsing met een andere hellingshoek of een andere oriëntatie leidt tot minder opbrengst. Bij plaatsing in westelijke of oostelijke richting betekent dit gemiddeld 18% minder opbrengst. Maar als je op deze manier meer panelen op je dak kunt plaatsen, kan dit toch interessant zijn. Met het oog op het afbouwen van de salderingsregeling (zie ook hoeveel kan ik besparen op energiekosten en wat is de terugverdientijd?), kan een oost-west oriëntatie ook uitkomst bieden. Die piekcapaciteit is minder hoog, maar over de dag heen is de opbrengst gelijkmatiger. Zo kan de opgewekte energie beter benut worden in plaats dat de in de piek opgewekte energie terug gaat naar het net. Overleg met een specialist welke opstelling het beste bij je dak past.
Voorbeeld bij 3:
Schaduw op je zonnepanelen zorgt voor minder opbrengst. Maar dit hoeft niet te betekenen dat het geen zin heeft om panelen te plaatsen. Een adviseur kijkt op voorhand waar schaduw op de panelen zal komen en houdt daar rekening mee bij het bepalen hoe de zonnepanelen aan elkaar geschakeld worden. Dit kan op twee manieren:
In serie – Een groep panelen is aan elkaar geschakeld en de opbrengst wordt bepaald door de ‘zwakste schakel’, het paneel met de minste opbrengst.
Parallel – Elk paneel is verantwoordelijk voor zijn eigen opbrengst en beïnvloedt de opbrengst van de andere panelen niet.
Hoeveel panelen je moet en wilt aanschaffen hangt af van een tweetal factoren:
- Het totale energieverbruik van de accommodatie en de beoogde besparing
- Hoeveel je dak daadwerkelijk kan opwekken
Bij 1): Om de mogelijke energiebesparing te kunnen bepalen moet gekeken worden naar het jaarlijkse verbruik. Deze is te vinden op het jaarafschrift van de energieleverancier en wordt uitgedrukt in de eenheid kWh (kilowattuur). In principe kan dit energieverbruik gedeeld worden door het rendement van één zonnepaneel om te bepalen hoeveel panelen er nodig zijn om quitte te spelen op je verbruik.
Voordat je deze rekensom kan uitvoeren moet je rekening houden met de omrekenfactor van 0,85. Zoals ook uitgelegd onder de vraag ‘Hoeveel energie leveren zonnepanelen?’, wordt het vermogen van een zonnepaneel uitgedrukt in Wp om de ideale situatie te schetsen. De omrekenfactor geeft een realistische opbrengst weer.
Voorbeeld bij 1:
Een sportvereniging verbruikt gemiddeld 40.000 kWh per jaar.
Om dit om te rekenen naar het rendement van zonnepanelen in Wp wordt het verbruik gedeeld door de factor 0,85, dus 40.000/0,85 = 47.058 Wp.
Stel je wilt zonnepanelen met een rendement van 300 Wp (indicatief rendement) toepassen, dan heb je 47.058/300 = circa 157 zonnepanelen nodig om quitte te spelen.
Voorbeeld bij 2:
Het dakoppervlak dat geschikt is voor zonnepanelen is bepalend voor de hoeveelheid panelen die geplaatst kunnen worden. Het beschikbare dak heeft ook te maken met de oriëntatie die aangehouden wordt. Een schuin dak gericht op het noorden is bijvoorbeeld niet geschikt om zonnepanelen op te plaatsen.
Een gemiddeld zonnepaneel heeft de afmetingen 1 x 1,65 meter, maar dit kan verschillen per type zonnepaneel. Op een schuin dak neemt één zonnepaneel 1,65 m2 in beslag. Op een plat dak heb je meer ruimte nodig per paneel i.v.m. de vorming van schaduw door de panelen zelf. Hierbij is de vuistregel dat 1 paneel 2,5 m2 nodig heeft. Daarnaast moet er rekening worden gehouden met een veiligheidsmarge aan de rand. Met deze oppervlaktes kan je een indicatieve rekensom maken om te bepalen hoeveel zonnepanelen geplaatst kunnen worden op je dak.
Op dit moment is het nog mogelijk om de opgewekte energie te salderen. De energiemaatschappij streept de opgewekte energie weg tegen de geleverde energie. Dit is van belang voor de terugverdientijd. Salderen is alleen mogelijk bij kleinverbruik netaansluitingen (max 3x80A), bij grotere netaansluitingen is salderen niet meer mogelijk, zie hiervoor “zonnepanelen bij grote netaansluitingen”. De salderingsregeling is tot 2023 volledig beschikbaar, daarna zal deze geleidelijk afbouwen tot in 2030. Op dat moment zal er een -minder aantrekkelijke- vervangende regeling komen voor het terugleveren van zelf opgewekte energie. In het geval dat salderen mogelijk is geldt het volgende:
Hoeveel je kan besparen op de energiekosten door de toepassing van zonnepanelen hangt af van het vermogen dat de panelen kunnen opwekken t.o.v. je totale energieverbruik. Meer panelen of een hoger rendement leiden in zekere zin namelijk tot een hogere energiebesparing en dus een lagere energierekening.
De aanschaf van zonnepanelen is een investering. Je betaalt een relatief groot bedrag zodat je uiteindelijk meer geld kan besparen. Hoeveel tijd er zit tussen de initiële investering en het moment dat je evenveel bespaard hebt als je geïnvesteerd hebt, heet de terugverdientijd. Na de terugverdientijd beginnen de zonnepanelen dus hun vruchten financieel af te werpen. De levensduur van zonnepanelen is gelukkig vaak een stuk langer dan de terugverdientijd. Zie hiervoor vraag: “Wat is de levensduur van zonnepanelen?”.
Om te bepalen hoeveel geld je kunt besparen moet je dus ook weten wat je terugverdientijd is.
Rekenvoorbeeld:
Je schaft een pakket van 100 zonnepanelen aan met elk een vermogen van 320 Wp. De prijs van een dergelijk pakket kan uitkomen op circa €40.000 incl. btw (indicatieve prijs) aan investeringskosten. Het totale verwachte opwekking van 100 panelen is omgerekend 27.200 kWh per jaar. Door deze opbrengst te vermenigvuldigen met de gemiddelde elektriciteitsprijs van €0,22 (0,22 x 27.200) komen we uit op een jaarlijkse besparing van €5.984.
De terugverdientijd (zonder inachtneming van financieringskosten) kan berekend worden door de investering te delen door de jaarlijkse besparing. €40.000 / €5.984 = 6,7 jaar. Na 6,7 jaar is de investering al terugverdiend en kan je winst halen op de jaarlijkse besparingen.
Ja, dit heeft zeker zin! Het is heel gebruikelijk dat zonnepanelen overdag volop energie opwekken terwijl de gebruikers die energie niet nodig hebben op dat moment. Deze energie wordt dan geleverd aan het elektriciteitsnet, en zodra jij wel energie nodig hebt levert het net dit weer aan jou. Om deze wisselwerking eerlijk te houden zijn er salderingsregels opgesteld. Deze regels houden in dat jouw opgeleverde energie weggestreept wordt tegen de energie die je verbruikt. Als je gebruik maakt van de salderingsregeling kan je dus op elk moment van de dag zowel energie produceren als verbruiken zonder dat dit je geld kost.
Als je meer energie opwekt dan je gebruikt kan je zelfs geld verdienen. De salderingsregeling heeft echter wel een maximum opgesteld. De extra stroom die teruggeleverd wordt aan het net -het teveel wat je produceert- levert je minder geld op dan de gemiddelde elektriciteitsprijs. De vergoeding verschilt per energiebedrijf, maar ligt tussen de €0,03 en €0,12 per kWh.
Om je aan te melden voor de salderingsregeling ga je naar energieleveren.nl. Via deze website laat je de energieleverancier weten dat hij teruggeleverde energie kan verrekenen met de energie die je verbruikt.
De salderingsregeling zal, in de huidige vorm, tot 2023 van kracht blijven. Daarna zullen de vergoedingen gefaseerd worden afgebouwd, omdat zonne-energie steeds meer toegepast zal gaan worden. Vanaf 2031 zal de salderingsregeling niet meer bestaan.
Bij netaansluitingen groter dan 3 x 80 Ampère geldt de salderingsregeling niet meer, dit is bij grootverbruik netaansluitingen waarbij je door de wet gezien wordt als energieleverancier. Toch gelden hier nog steeds andere subsidies.
Allereerst is het goed om duidelijk te hebben dat alle energie die zelf opgewekt is en meteen gebruikt wordt kosteloos is. Alle opgewekte energie die achter de meter wordt verbruikt wordt niet door de netbeheerder gezien. Omdat niet altijd alle opgewekte energie meteen zelf gebruikt wordt, zal een deel terug naar het net gaan. Maak hier altijd afspraken met de netbeheerder voor het teruglevertarief.
Vervolgens is het raadzaam om te kijken of de grootverbruikaansluiting niet verkleind kan worden. Dit is qua netkosten al interessant, maar is wel afhankelijk van het verbruik van de accommodatie. Zo speelt o.a. verlichting een belangrijke rol. Bij conventionele (niet LED-verlichting) zijn er bij inschakeling hoge inschakelstromen; hier is de netaansluiting op berust. LED-verlichting heeft dit niet, waardoor mogelijk de netaansluiting kan worden verkleind door over te stappen op LED-verlichting. Ook kan het financieel voordelig zijn om de netaansluiting op te splitsen voor bijvoorbeeld de veldverlichting en een clubhuis. Door het opsplitsen kunnen 2 kleine netaansluitingen ontstaan, die goedkoper zijn in gebruik en waarbij salderen mogelijk is. Het splitsen van een netaansluiting kan in sommige gevallen erg duur zijn. Laat daarom de netbeheerder de kosten hiervoor eerst berekenen.
Voor grootverbruikaansluitingen is tot slot ook nog de SDE++ subsidie beschikbaar. Naast de BOSA subsidie kan dit aanzienlijk helpen in het verkorten van de terugverdientijd. Middels de SDE++ subsidie ontvang je per kWh een correctiebedrag en met de BOSA subsidie kunt u tot 30% van de investering gesubsidieerd krijgen.
Investeren in zonnepanelen
Het krijgen van een lening voor de aanschaf en plaatsing van zonnepanelen is zeker mogelijk. Tegenwoordig zijn er verschillende plekken waar je terecht kunt voor leningen met het oog op verduurzaming. Zo kun je tegen gunstige voorwaarden een beroep doen op de sportlening van het BNG Duurzaamheidsfonds. Voorwaarde is hierbij wel dat je een borgstelling van SWS nodig hebt. Verder zijn er ook commerciële banken die hiervoor leningen aanbieden, al dan niet gekoppeld aan een SWS borgstelling.
Het voordeel van het aanschaffen van zonnepanelen met of zonder een lening, is dat je gebruik kunt maken van aanschafsubsidie(s). Deze optie vervalt bij het huren of leasen van zonnepanelen.
Het huren of leasen van zonnepanelen is ook mogelijk. Het voordeel hiervan is dat er geen grote investering vereist is en je geen risico’s draagt die je normaal wel zou hebben als eigenaar. Kosten voor onderhoud, technische problemen en het vervangen van de omvormer liggen (vaak) bij de verhuurder. Hierdoor zijn de kosten op de lange termijn voor gehuurde panelen onder de streep wel hoger dan bij het zelf aanschaffen van zonnepanelen. Een voordeel is wel dat deze kosten over een lange termijn verspreid worden.
Aandachtspunten bij het aangaan van een huur-/leaseovereenkomst:
- Wat zit er allemaal bij de kosten inbegrepen? Is er sprake van een eigen bijdrage (startinvestering)?
- Wat is de huurtermijn en welke consequenties heeft het eventueel voortijdig beëindigen van het contract?
- Is de installatie volledig geregeld?
- Kun je de zonnepanelen tussentijds overnemen?
- Wat houden de garanties precies in?
- Hoe kan de energieopbrengst gemonitord worden?
- Hoeveel invloed heb je op de positionering en kleur van de zonnepanelen?
- Hoeveel invloed heb je op de keuze voor een omvormer?
- Hoe zijn de risico’s verdeeld tussen jou en de verhuurder?
- Wat is de opbrengstgarantie?
Allereerst is het belangrijk om sowieso contact te zoeken met de verzekeringsadviseur of verzekeraar. Het plaatsen van zonnepanelen op het dak kan namelijk invloed hebben op de huidige opstal- of inboedelverzekering. Verzekeraars stellen in toenemende mate eisen aan de installatie van zonnepanelen. Zo kunnen verzekeraars eisen dat er constructieberekeningen van de dakconstructie overlegd worden, welke kabels er gebruikt worden, hoe de dakdoorvoer uitgevoerd wordt en kunnen ze eisen dat aangetoond wordt welk type dakisolatie er toegepast is (i.v.m. mate van brandbaarheid). Steeds meer verzekeraars eisen ook na installatie van de zonnepanelen een aparte (oplever)keuring. Ga daarom dus op tijd in overleg met de verzekeraar of verzekeringsadviseur.
Hoe je zonnepanelen kunt laten verzekeren hang af van de situatie en van de verzekeraar. Indien de accommodatie in eigen bezit is, kan je deze vaak meeverzekeren onder je opstalverzekering. Dan valt het namelijk onder een wijziging/verbouwing van de huisvesting. Na plaatsing van de panelen kun je dan het verzekerde bedrag laten verhogen. Stem goed af met de verzekeraar wat er precies wel en wat niet onder de verzekering valt en welke eisen de verzekeraar daaraan stelt.
Wanneer je de accommodatie huurt van de gemeente of een andere instantie, dan kan je de zonnepanelen apart verzekeren in de vorm van inboedel. Zorg er wel voor dat je goed afgestemd hebt met de eigenaar van het gebouw dat er zonnepanelen geplaatst worden. Zoals hierboven al genoemd kan dit van invloed zijn op de opstalverzekering van de gebouweigenaar.
Wanneer je zonnepanelen laat verzekeren zijn er een aantal punten waar aandacht aan moet worden besteed:
- Vaak wordt alleen zichtbare schade vergoed door verzekeringsmaatschappijen. Schade die niet te zien is, wordt dan dus niet vergoed.
- Veel verzekeraars dekken alleen diefstal indien er bewijs is van inbraakschade. Echter zijn zonnepanelen vaak enigszins makkelijk van buitenaf te demonteren, voornamelijk op platte daken.
- Niet alle verzekeraars vergoeden schade door slechte weersomstandigheden (hagel, storm). Hierbij heeft het voornamelijk te maken met of de zonnepanelen als ‘nagelvast’ beschouwd worden. Dit wordt gezien als ‘vast aan het gebouw’.
Voor elk van deze onderdelen geldt dat dit nagegaan kan worden bij de verzekeraar of verzekeringsadviseur.
Het gemiddelde zonnepaneel heeft een minimale levensduur van 25 jaar. Het is niet ongebruikelijk dat de panelen nog meerdere jaren hierna meegaan. Hoe lang je panelen precies mee zullen gaan hangt bijvoorbeeld af van de kwaliteit.
Let op, deze levensduur geldt voor de zonnepanelen zelf. De omvormer daarentegen heeft een gemiddelde levensduur van 10 tot 12 jaar.
De kosten voor het aanleggen van zonnepanelen zijn afhankelijk van meerdere factoren die vaak variëren per situatie en leverancier. Ten eerste moet je rekening houden met fysieke aspecten zoals het aantal panelen, het type zonnepaneel, het type omvormer (dat aansluit op de panelen) en de bijbehorende installaties. Daarnaast spelen aspecten als de garanties en de mogelijke btw-teruggave een rol.
Leveranciers van zonnepanelen variëren in hun aanbod en bijbehorende prijzen waardoor het ingewikkeld is om een exacte prijs te geven. Een indicatie van een prijsrange voor een set van 12 zonnepanelen inclusief alle bovengenoemde aspecten kan reiken van €4.500,- tot €6.000,- incl. btw. Om een exacte investering te bepalen kan je een offerte aanvragen bij één of meerdere leveranciers.
Jouw sportaccommodatie
Er is een verschil tussen plaatsing op een bestaand dak (schuin of plat) en andere situaties.
Bestaand dak
Voor plaatsing op een bestaand dak is een vergunning meestal niet nodig, tenzij jouw accommodatie een bijzondere status heeft, zoals een monument of een beschermd stads-/dorpsgezicht. Dit is na te gaan bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed:
Voor een overzicht van de gemeentelijke monumenten, kijk op monumenten.nl of op de website van de betreffende gemeente. In dit document kun je nagaan binnen welke voorwaarden je zonnepanelen vergunningsvrij op je dak mag plaatsen.
Andere situaties
Wanneer je zonnepanelen op een nieuw te bouwen gebouw, aan een gevel (in het zicht) of in een veldopstelling wilt plaatsen, dan is een vergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vereist. Dit geldt ook voor drijvende systemen en installaties die bovenop een fietsenstalling of aan een monumentaal pand worden gerealiseerd
Dit hangt van een aantal zaken af:
- Is het dak geschikt qua ligging/oriëntatie en zoninstraling/beschaduwing?
- Kan het dak het gewicht van de zonnepanelen dragen?
Bij 1): Qua oriëntatie is een dak dat gericht is op het zuiden het meest geschikt (levert de hoogste opbrengst). Maar ook een oriëntatie naar west of oost levert voldoende zonuren op voor een rendabele toepassing. Op een plat dak heb je de keuze. Als je alle panelen naar het zuiden toe kantelt, heb je weliswaar een hogere opbrengst per paneel, maar kun je meestal minder panelen kwijt op je dakoppervlak. Dit omdat de panelen dan meer onderlinge afstand nodig hebben om niet in elkaars schaduw te liggen. Mogelijk is een oost-west oriëntatie (er staan dan steeds 2 rijen zonnepanelen iets omhoog gekanteld tegen elkaar aan) dan toch voordeliger, waarbij je de panelen strakker tegen elkaar aan kunt leggen.
→ Bij het zwembad Olympia van gemeente Almere is gekozen voor oost-west oriëntatie (te zien in deze video vanaf 3m50s).
Voor elke oriëntatie geldt dat het belangrijk is om rekening te houden met beschaduwing. Als er dakdelen gedurende de dag langere tijd in de schaduw liggen, heeft dit een negatieve invloed op de opbrengst. Een specialist kan je adviseren wat voor jouw accommodatie het meest gunstig is.
Bij 2) Het gewicht van zonnepanelen en ballast kan een gemiddeld dak goed dragen, maar bij grotere aantallen panelen kan dit lastiger zijn. Voordat je de knoop doorhakt om tot de aanschaf van panelen over te gaan, is het daarom verstandig om een constructeur te laten kijken naar de draagkracht van je dakconstructie. Er zijn echter al een paar dak varianten waarvan nu al vastgesteld kan worden dat ze niet geschikt zijn of veel extra aandacht zullen vereisen: een rieten dak, een asbesthoudend dak of een plat dak met een zachte isolatielaag.
Als je zelf eigenaar bent, dan kun je zelf beslissen of je zonnepanelen gaat plaatsen op het dak. Als je de accommodatie huurt en zelf de energierekening betaalt, dan zul je in overleg moeten gaan met de verhuurder. Misschien staat hij/zij ervoor open om een overeenkomst te sluiten waarmee hij jou als huurder in staat stelt om op het dak zonnepanelen te plaatsen.
Bekijk alle verbeteropties
Hoe kun je jouw sportaccommodatie energiezuinig en duurzaam maken? Bekijk de mogelijkheden, voorbeelden en tips.