Terugblik op Kennisdag Natuurinclusieve Sportlocaties
Op 26 juni 2024 kwam een groot aantal geïnteresseerden in het natuurinclusief maken van sportlocaties bijeen op het Sport- en Congrescentrum Papendal in Arnhem. De diversiteit aan vertegenwoordigers van verschillende sectoren – gemeenten, provincies, sportbedrijven, sportondernemers, verenigingsbestuurders, sportparkmanagers, groen- en beheerprofessionals en meer – toonde aan dat het thema breed leeft.
Vragen
“We merken dat steeds meer gemeenten en organisaties de voordelen van een natuurinclusieve sportlocatie inzien”, zegt organisator Koen Beelen van NOC*NSF. “Velen willen liever vandaag dan morgen aan de slag met het vergroenen en het natuurinclusiever maken van sportlocaties en de openbare ruimte. Maar omdat natuurinclusiviteit nog redelijk nieuw is in combinatie met sport en bewegen, leven er nog veel vragen. In de afgelopen jaren werden weliswaar praktische tips gepubliceerd, waaronder het inspiratiedocument Natuurinclusief sporten en bewegen van de Provincie Gelderland en NOC*NSF, alsook de greenpaper Groene oplossingen voor sportaccommodaties van de Vereniging Hoveniers en Groenvoorzieners. Deze documenten geven veel voorbeelden van eindoplossingen, maar nauwelijks antwoorden op vragen als: welke processen moeten worden opgestart? Hoe maak je een specifieke plek natuurinclusief? Hoe kan de ambitie met betrekking tot groene sportparken concreet worden vertaald naar gemeentelijk beleid? Hoe kan de waarde van duurzaamheid inzichtelijk worden gemaakt? Op de Kennisdag Natuurinclusieve Sportlocaties hebben we geprobeerd op dergelijke vragen een antwoord te geven.”
Vijf proeftuinen
Onder leiding van dagvoorzitter Glenn van der Burg werd een afwisselend plenair programma afgewerkt. Eén van de sprekers was Koen Beelen zelf. Beelen schetste kort de opzet en lessons learned van vijf proeftuinen – living labs – waar sinds zomer 2023 wordt onderzocht wat komt kijken bij het vergroenen en meer natuurinclusief maken van sportlocaties. De vijf locaties zijn zeer divers: niet alleen het traditionele sportpark met een hek eromheen, maar ook een manege in particulier eigendom, een openbaar toegankelijk sportpark, een binnenstedelijke locatie en een landelijk gebied waar in de toekomst wandel-, fiets- en ruiterpaden zullen worden gecombineerd. “Voor de vijf locaties hebben we vooraf de benodigde processen en te nemen stappen uitgedacht”, vertelde Beelen, die als kwartiermaker aan de living labs is verbonden. “In de praktijk blijken sommige van deze processen goed toepasbaar, andere minder goed. De living labs hebben elk hun unieke range stakeholders. Het proces op de locatie van de sportondernemer verloopt heel anders dan op het gemeentelijke sportpark. Deze variatie maakt het haast onmogelijk één blauwdruk te geven voor alle sportlocaties, de openbare ruimte, speelplekken enzovoort.”
Boodschappen
Desondanks presenteerde Beelen, samen met de betrokken living-labregisseurs Marja Schuurman-van der Harst (NOC*NSF), Anneleen Ypma-Diedering (Gelderse Sport Federatie) en Noud van Herpen (Sportservice Noord-Brabant), enkele algemene aandachtspunten. De belangrijkste:
- Ga samen met betrokkenen aan de slag. Participatie, co-creatie en verbinden zijn relevante termen. Een gemeente, een marktpartij of een vereniging kan het niet alleen.
- Denk ver vooruit. Maak een langetermijnplanning. Voor het natuurinclusiever maken van een locatie moet rekening worden gehouden met een proces van drie, vijf of zelfs tien jaar.
- Start op een gegeven moment daadwerkelijk met de uitvoering. Al is het op kleine schaal. Als je samen met alle betrokkenen plannen blijft maken, ben je voor je het weet vijf jaar verder maar is er niets gebeurd. Een relevant motto: ‘Het geheim achter vooruitgang is een begin maken’.
- Een tip voor gemeenten: denk niet alleen binnen de kaders van de afdeling sport, of de afdeling openbare ruimte, of groen. Werk samen. Je hebt elkaar nodig.
Waarde
Tijdens het plenaire gedeelte vertelde Lodewijk Hoekstra, ambassadeur ‘Groene Cirkel Groene Gezonde Stad’ en oprichter van NL Greenlabel, over nut en noodzaak van een duurzamere wereld waarbij mens en natuur in balans zijn. Daarbij ging hij in op een paar praktische punten die vergoenen met zich meebrengt. “Ik vind het belangrijk om concreet te maken wat vergoenen betekent. Hoe kunnen we het SMART maken? Meetbaar maken geeft inzicht, helpt om doelen te formuleren en te kijken hoe succesvol je bent. Om bijvoorbeeld de waarde van duurzaamheid op een sportlocatie inzichtelijk te maken, zullen verschillende duurzaamheidsaspecten moeten worden gemeten. Met NL Terreinlabel meten we een sportpark op klimaat, biodiversiteit en gezondheid. Zo brengen we de huidige kwaliteit van een terrein in beeld na beoordeling op thema’s zoals hittestress, wateroverlast en groenbeleving. De score kunnen gemeenten en organisaties gebruiken om hun ambities te bepalen en een plan van aanpak op te stellen.”
Het grootste sport- en recreatieterrein van Nederland
Geert Dijks, directeur van HISWA-RECRON en domeinleider Vrijetijdseconomie van mede-organisator Collectief Natuurinclusief, gaf in zijn presentatie aan dat ook binnen het vrijetijdsdomein diverse partijen aan de slag zijn met natuurinclusiviteit. Recreatieparken bijvoorbeeld worden groener gemaakt. En HISWA zelf is al vanaf 1985 bezig met milieuzorgprogramma’s voor het Nederlandse water, dat volgens Dijks ‘het grootste sport- en recreatieterrein in Nederland is’. Door verbindingen te leggen met sportlocaties die worden beheerd door buitensportbonden, gemeenten en andere partijen, kan op het gebied van natuurinclusiviteit veel winst worden behaald, stelde de directeur. Niet alleen voor de biodiversiteit maar ook voor het welzijn en de gezondheid van recreanten en sporters. “Het is de ‘licence to operate’ voor de betrokken bedrijven en organisaties. Zo kunnen sport en natuur goed samengaan.”
Kennissessies
Na het plenaire gedeelte werden drie rondes met elk drie sessies of workshops gehouden. Per sessie werd dieper ingegaan op onder andere: natuurinclusiviteit en de (sport)onderneming, participatie (hoe neem je de verschillende betrokkenen mee in de natuurinclusieve plannen), het belang van meten en monitoren, hoe van nulmeting naar uitvoering te komen, het verenigingsperspectief en de samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen.
Lef
Beelen kijkt terug op een geslaagde kennisdag. “Het feit dat we met zo veel mensen met verschillende achtergronden bij elkaar zijn gekomen, is een indicatie dat het natuurinclusief maken van sportlocaties leeft. Het kan een begin zijn van de spreekwoordelijke olievlek. Belangrijk hierbij is te realiseren dat het lef, leiderschap en visie vergt om processen op gang te brengen. Initiatiefnemers moeten bij wijze van spreken tegen de wind in willen roeien. We moeten durven stappen te maken. Als we het nu niet doen, laten we een slechtere wereld achter voor onze kinderen en kleinkinderen.”