Veelgestelde vragen over isolatie
Alle accommodaties zijn in een bepaalde mate geïsoleerd, de kunst is uiteraard om dit zo goed mogelijk te doen. Hoe beter de isolatie, des te beter kou buiten gehouden wordt in de winter en warmte in de zomer. Met isolatie geef je weerstand aan de warmteoverdracht tussen de buiten- en binnenlucht. Een stalen fluitketel wil je bijvoorbeeld niet aanpakken, terwijl dit wel kan bij een geïsoleerde kunststof waterkoker. Dat komt omdat de warmteoverdracht bij staal heel goed is: er is weinig weerstand. Veel toegepast in de bouw is de spouwmuur, hiermee zijn er twee wanden met een laag lucht ertussen. Vergelijk dit met het dubbelwandige theeglas, door de toevoeging van de luchtlaag kan de warmte slecht door het glas heen transporteren. Het resultaat: de thee blijft warm en je handen koel!
Dankzij de isolatie van een gebouw blijft de binnentemperatuur veel beter op de gewenste temperatuur en is er een stuk minder energieverlies. Nog belangrijker is dat door goede isolatie de rest van de installaties geoptimaliseerd kunnen worden. Er kan op lagere temperatuur gestookt worden, waarmee pas echt veel energie wordt bespaard. Daarom is het isoleren een belangrijke eerste stap, die naast het directe effect van energiebesparing door het tegengaan van warmteverlies een groter indirect effect heeft wanneer de installaties worden geoptimaliseerd.
Een accommodate is goed geïsoleerd wanneer er zo min mogelijk ’temperatuurlekkage’ is door de gebouwschil. Bij goede isolatie hoeft de verwarming dan ook minder hard te werken om een gebouw op de gewenste temperatuur te houden. Of in de zomer hoeft de airco minder hard te werken. Hoe slechter de isolatie, des te groter is het energieverlies. Het nut van goed isoleren is in de laatste jaren pas echt doorgedrongen en dat zie je terug in gebouwen. Hoe ouder het gebouw, des te slechter is de isolatie. En dus des te meer energiebesparingen je kunt behalen door je verouderde accommodatie alsnog goed te (laten) isoleren.
Isoleren werkt op twee vlakken. Enerzijds wordt de weerstand verhoogd (de isolatiewaarde) en anderzijds worden lekken, zogeheten koudebruggen, geëlimineerd. Weerstand verhogen kan op verschillende manieren en zit altijd in het kiezen van beter en/of meer isolerend materiaal. Ramen kunnen worden vervangen door HR++ of zelfs HR+++ (triple glas), kozijnen kunnen worden vervangen door kozijnen met een lage warmteoverdracht en muren en daken kunnen worden ingepakt met isolatiemateriaal. Zie ook de volgende vraag: Wat is een isolatiewaarde?
Verschillende factoren spelen een rol bij de isolatiewaarde. Materialen hebben een eigen specifieke warmtegeleidingscoëfficiënt (λ) en in combinatie met de dikte van het materiaal geeft dit de isolatiewaarde weer. Hoe kleiner de warmtegeleiding is, en hoe dikker het materiaal, des te beter is de isolatie. Voor goede isolatie willen we dus lage λ (lambda) waarde en dikke pakketten isolatiemateriaal. Een combinatie van materialen (steen, folie, isolatie, hout/gips) geeft met ieder zijn eigen geleidingscoëfficiënt een totale weerstand Rc en staat voor de constructieweerstand. Deze moet zo hoog mogelijk zijn.
Vanuit het bouwbesluit zijn er waarden gedefinieerd voor de minimale weerstand bij nieuwbouw en renovatie:
Nieuwbouw
- Rc-waarde vloer: minimaal 3,5 m2 K/W
- Rc-waarde gevel: minimaal 4,5 m2 K/W
- Rc-waarde dak: minimaal 6,0 m2 K/W
Renovatie
- Rc-waarde vloer: minimaal 2,5 m2K/W
- Rc-waarde gevel: minimaal 1,3 m2K/W
- Rc-waarde dak: minimaal 2,0 m2K/W
Wanneer je ambitie nog verder reikt (in dat geval: goed bezig!) en de accommodatie energieneutraal moet worden, zijn nog hogere Rc-waarden niet ondenkbaar. Bijvoorbeeld met een Rc van 10 voor dakisolatie.
De beste indicator voor de isolatiekwaliteit is de energierekening. Zijn de kosten, gecorrigeerd naar het oppervlak en gebruik, hoog? Dan is dit een indicatie dat de isolatie niet goed of onvoldoende is. Bij een regulier gastarief is dit bij meer dan €8,5/m2 en bij een gereduceerd tarief van bv. €0,4 per m3 komt dit neer op meer dan €5/m2. In dat geval kan het zijn dat er veel energie verloren gaat om de accommodatie op de gewenste temperatuur te krijgen. Dat kan door dat er op de verkeerde plek verwarmd of gekoeld wordt of dat de temperatuur makkelijk weg kan (lekt) door de gebouwschil. Plekken waar in de winter condens ontstaat geven ook aan dat hier de isolatie niet helemaal goed werkt. Condens kan namelijk lokaal ontstaan doordat vochtige lucht aan de binnenkant zo erg afkoelt dat de waterdamp in de lucht condenseert tot waterdruppeltjes. Het afkoelen gebeurt dan meestal tegen een koud raam, koud kozijn of een koude (ongeïsoleerde) gevel en is een indicatie van de koudste plekken.
Bepalen of de isolatie niet goed of onvoldoende is, kun je het beste doen op een koude of juist op een hele warme dag. Met andere woorden, op een moment dat het verschil tussen de binnen- en buitenlucht groot is (bij voorkeur een verschil van ca. 20 graden Celsius). Door simpelweg te voelen kun je er achter komen of een muuroppervlak aan de binnenkant heel koud (of in de zomer warm) aanvoelt. Nog beter is het om dit te controleren met een warmtebeeldcamera. Zodra de temperatuur van de gebouwschil (bijvoorbeeld een muur of een kozijn/raam) aan de binnenzijde meer dan 10 graden afwijkt van de binnentemperatuur zelf, lekt er veel energie en is het verstandig om te kijken of er verbeteringen aan de isolatie mogelijk zijn.
Isoleren is dus een kwestie van materiaal aanbrengen met een hoge warmteoverdrachtsweerstand en lage warmtegeleiding. Naast het kiezen van het goede isolatiemateriaal is er aandacht nodig voor de details aan randen, in hoeken en tussen overgangen. Hier kunnen zogenaamde koudebruggen zitten. Dit zijn rechtstreekse overgangen (bruggen) zonder isolatie tussen de buitenste gebouwschil en binnenmuren. Een muur die haaks op de buitenmuur staat, bijvoorbeeld de muur naast de voordeur, is een bekend voorbeeld hiervan. Ook (stalen) kozijnen kunnen direct kou van de buitenlucht naar binnen geleiden. Op zulke plekken zal in de winter het eerst condens ontstaan. In het isolatie-ontwerp kan hier rekening mee gehouden worden, maar nog beter is om bij het ontwerp van de accommodatie koudebruggen zoveel mogelijk te voorkomen en om goed te ventileren zodat vochtige lucht wordt afgevoerd.
Indien een gebouw zeer goed geïsoleerd is, is er heel weinig transport van temperatuur van buiten naar binnen en vice versa. Dit houdt ook in dat alle mogelijke kieren in een accommodatie zijn gedicht en er geen lucht meer binnen komt. Zodra een accommodatie kierdicht wordt gemaakt bij het isoleren, is het heel belangrijk aandacht aan de ventilatie te besteden. De mechanische ventilatie moet zorgen voor de toevoer van genoeg verse lucht in alle ruimtes en het afvoeren van vochtige en CO2-rijke lucht.
Belangrijk om te beseffen is dat isolatie voorkomt dat energie van buiten naar binnen kan en vice versa. Dit kan ervoor zorgen dat warmte in een gebouw ook niet meer naar buiten kan wanneer dit juist wél gewenst is. In de zomer kan er bijvoorbeeld veel warmte in een gebouw komen door directe instraling van de zon. Bij zeer goed geïsoleerde gebouwen is zonwering dus essentieel, eventueel aangevuld met koeling. In een sportaccommodatie geldt dit nog meer dan anders, aangezien (sportende) personen zelf ook warmtebronnen zijn!
Het sluiten van de grondstoffencirkel is een belangrijk item dat we vandaag de dag steeds meer horen. Aangezien onze grondstoffenvoorraden eindig zijn, is het belangrijk om goed na te denken over de toepassing/bestemming van het materiaal na einde levensduur. In het geval van isolatie geldt daarom dat losmaakbaarheid belangrijk is. Let erop dat isolatie middels klemmende systemen of schroeven/spijkers op zijn plek wordt gehouden en niet wordt gelijmd of geschuimd.
Ook brandbaarheid van materialen speelt een grote rol. Denk bijvoorbeeld aan dakbranden in combinatie met zonnepanelen. Brandbare isolatie is niet per se slecht, maar dient wel goed overdacht te worden toegepast, zodat het risico op ontbranding en brandoverslag minimaal is. Dit kan met goede brandvertragende oplossingen gerealiseerd worden. Uiteraard is het voorkomen van brandbare isolatie het best.
Tot slot is ook de keuze van het isolatiemateriaal belangrijk. Sommige materialen zijn juist goed toepasbaar in gevels en weer niet in een plat dak. Dit is per isolatiemateriaal verschillend, dus let hier altijd goed op. Isoleren speelt verder niet alleen een rol bij energiereductie, maar ook in materiaalgebruik. Daarom hebben duurzame isolatiematerialen die biobased of circulair zijn altijd de voorkeur boven de standaard isolatieproducten van glas- of steenwol. Duurzame producten zijn steeds verder in opkomst en hebben goede isolerende eigenschappen, maar zijn helaas vaak nog wel iets duurder. Het is daarom zeker aan te raden om bij het opvragen van een offerte verschillende materialen op te vragen, zodat je zelf goed de keuze kunt maken of duurzaam materiaal past binnen het budget.
In daken worden vaak hardschuimplaten verwerkt. De afgelopen jaren is de toepassing van volgeschuimde gevelpanelen veel voorgekomen. Denk hierbij aan gegolfde gevelpanelen, zoals ook wordt toegepast op bijvoorbeeld grote industriële hallen. Vanuit de omgevingsvergunning, het onderdeel welstand, komt hier echter steeds vaker bezwaar op vanwege de sobere en saaie industriële uitstraling.
Voor grote oppervlakken is het vaak nog steeds het meest voordelig om geprefabriceerde panelen te gebruiken, maar dan niet de golf-schuimpanelen. Naast de uitstraling is deze vorm van isolatie ook totaal niet duurzaam. De toegepaste schuimsoorten scoren zeer slecht op giftigheid en CO2-uitstoot. Bovendien zijn ze niet losmaakbaar. Voor nieuwe gevels in geval van nieuwbouw of renovatie is het daarom belangrijk om duurzame isolatiematerialen te kiezen. Dat is een isolatiemateriaal dat op de eerste plaats goed isoleert, dat is uiteraard de eerste grote winst. Verder moet de productie en verwerking zo CO2 vrij als mogelijk zijn, let op in ieder geval HFK vrij! En is in geval van biobased of ecologisch materiaal gebruik gemaakt van restmateriaal, zodat er bijvoorbeeld in het geval van houtvezel of schapenwol niet bomen voor worden gekapt of speciaal schapen voor worden gehouden. In zo’n geval kan een regulier product als glaswol beter worden toegepast, mits dit weer wordt gerecycled.
- Do’s:
Natuurlijke materialen op basis van reststromen en restmateriaal of duurzaam geproduceerd, zoals biofoam, gerecycled katoen, gerecyclede cellulose (ook circulair verkrijgbaar!).
- Don’ts:
Gespoten schuim, PUR op basis van HFK’s. Onlosmaakbaar en niet recyclebaar isolatiemateriaal. Natuurlijke producten met een hoge milieubelasting bij productie en verwerking.
Weet je het niet zeker? Kies dan voor een goede hardschuimplaat zoals XPS of PIR. Dit isoleert heel goed en heeft een beperkte milieuschade. Hiermee voorkom je in ieder geval een veel slechtere keuze en wint de natuur al flink door de goede isolatie.
Financieel
Investeren in isolatie
Voor enkel het aanbrengen van isolatie is een adviseur niet nodig. Hiervoor beschikt een aannemer over de juiste expertise. Indien het isoleren onderdeel is van een groter energiebesparingsplan en er ook zaken als een warmtepomp worden overwogen, is het zeer verstandig wel een adviseur in te schakelen. Energiebesparing in een accommodatie is een complexe puzzel waarin installatietechniek, bouwkunde/bouwfysica, techniek en gebruikersgedrag samenkomen. Een adviseur brengt hierbij het totaalplaatje in beeld.
Met de juiste know-how is zelf aanbrengen van isolatie goed mogelijk. Het grootste gevaar dat op de loer ligt bij ‘DIY’ isolatie is vochtproblematiek. Het isolatiemateriaal moet (afhankelijk van de constructie) aan de koude zijde altijd worden beschermd door een dampopen folie of een dampremmende folie aan de warme zijde. Gebeurt dit niet, dan sluit vocht zich op in de muur met alle gevolgen van dien: schimmel, rot in de constructie en verlies van isolerende werking. Uiteindelijk leidt dit tot extra energiekosten en reparatiekosten voor eventuele lekkages en schadeherstel.
Het verwerken van isolatiemateriaal behoeft de nodige voorzorgsmaatregelen. Het stof en andere deeltjes die vrij komen bij verwerking kunnen zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarbij speelt ook in een sportaccommodatie ook het werkgebied en de veiligheid daarvan mee. Met name werken op hoogte (bijvoorbeeld in een sporthal) is een risicovolle aangelegenheid die je niet moet onderschatten. Een VCA-gecertificeerde aannemer zal dit altijd op een verantwoorde manier moeten uitvoeren en heeft hier het geschikte materieel ook voor.
Voor een zwembad zijn veel verschillende factoren van belang bij het geven van een besparingsinschatting door goede isolatie. Voor dit voorbeeld nemen we een referentiezwembad, op basis van de volgende aannames:
- Voor een zwembad met:
- 1x instructiebad van 20 x 10 meter
- 1x wedstrijdbad van 25 x 15 meter
- 1x peuter/kleuterbadje
- 1x kantine met kleine keuken
Voorzien van:
- Dubbel glas
- Matig geïsoleerd dak ( 2>Rc>1)
- Geen spouwisolatie
Te nemen maatregelen:
- Na isoleren dak (omgekeerd dak, isolatie bovenop de dakbedekking), 120mm → kosten € 170k, gasbesparing (bij een gastarief van € 0,4 /m3) € 21k per jaar.
- Isolerende raamfolie → kosten € 18k, gasbesparing (bij een gastarief van € 0,4 /m3) € 2,3k per jaar.
- Spouwmuurisolatie → kosten € 18k, gasbesparing (bij een gastarief van € 0,4 /m3) € 9k per jaar.
Dit rekenvoorbeeld is slechts ter indicatie. Er zijn tal van maatregelen voor zwembaden om het energieverbruik te beperken. Denk hierbij aan isolatie van de glijbaan of isolerend afdekken van het bad wanneer deze niet gebruikt wordt. Voor een zwembad is het zeer aan te raden om een adviseur te consulteren om een besparingsvoorstel te maken. Hierbij kan ook gekeken worden naar het gebruik van warmtepompen en duurzaam opgewekte energie, ter verdere besparing van de gasrekening.
Net als in de vraag ‘wat kan goede isolatie mij besparen?’ kiezen we voor een sporthal uit 1988 die bijna energieneutraal (BENG) gaat worden. Hiervoor heeft de referentie hal de volgende afmetingen en voorzieningen:
- 1x sportveld van 24 x 14 meter
- 1x kantoor/EHBO ruimte
- 1x dames kleed- & doucheruimte
- 1x heren kleed- & doucheruimte
Totaal: 594m2 BVO
- dakisolatie matig
- gebouwschil isolatie matig
- dubbel glas
Er wordt gekozen om enkel de gebouwschil incl. dak aanvullend te isoleren (na-isolatie) tot een Rc van resp. 3,5 en 5 m2K/W. De kosten hiervoor (isolatie gebouwschil en dak) zijn voor deze afmetingen ca. € 137k. De besparing van de gasrekening bij een tarief van €0,4 /m3 is dan ca. €5.9k. Hiermee is de terugverdientijd ruim 23 jaar.
Een clubhuis met daarin een kantine en kleine keuken van in totaal ca. 200 m2 wordt voorzien van spouwmuurisolatie en na-isolatie (het opvullen van de spouw) van het dak. Het dak en de muren hebben nog geen eerdere isolatie aangebracht gekregen.
Door de spouwmuurisolatie te verbeteren van een Rc van <1 naar een Rc van 1.65, zal de gasrekening in dit geval dalen met € 1.485,- per jaar . De kosten hiervoor zijn ca. € 3.000,-. Door het na-isoleren van het dak gaat de Rc van het dak van 1 omhoog naar 5 en wordt er € 1.734,- aan gas bespaard bij hetzelfde gastarief van € 0,4 /mm2. De kosten voor het na-isoleren van het dak zijn ca. € 16.000,-.
De totale investering kost hiermee ca. € 19.000,- en wordt in 6 jaar terugverdiend.
Besparen met isolatie
Hoe beter de isolatie, hoe hoger de besparing. Aangezien een energiekosten besparing ieder jaar weer terug komt, kan dit op den duur de kosten dekken voor het aanbrengen van isolatie. Hoeveel besparing er gehaald wordt is afhankelijk van de huidige isolatie van het gebouw en hoeveel energiekosten naar het verwarmen of koelen van de accommodatie gaan. Hier valt dus niet makkelijk een antwoord op te geven. Naast dat isolatie direct helpt bij het tegengaan van warmteverlies heeft het indirect nog grotere effecten, namelijk dat de installaties van de accommodatie op een andere manier kunnen werken. Zo kun je bijvoorbeeld overstappen naar lage-temperatuurverwarming (LTV), waarmee de besparingen pas echt groot worden. Het aanbrengen van isolatie is dus een eerste noodzakelijke stap in het verduurzamen van je accommodatie, maar wel eentje die zorgt voor een stuk aangenamer klimaat en de eerste stap richting energiebesparing.
Om je toch een idee te geven hier een rekenvoorbeeld:
Een sporthal uit 1988 van ca. 500m2 heeft een gevelisolatie en dakisolatie met een Rc van ongeveer 1 m2K/W. Door het verhogen van de isolatiewaarden voor de gevel naar 3,5 en het dak naar 6 m2K/W wordt er zo’n 60.500 kWh energie bespaard. Indien de accommodatie over een HR-gasketel, beschikt betekent dit een besparing van ruim € 4.500,- per jaar.
Jouw sportaccommodatie isoleren
Goede ventilatie is noodzakelijk, zeker bij sportaccommodaties.Of deze nou goed geïsoleerd zijn of niet. Let op: een slecht geïsoleerde accommodatie kan wel degelijk een slechte ventilatie hebben. Voldoende ventilatie zorgt voor de afvoer van vochtige lucht en houdt de CO2-concentratie op een gezond peil. Een accommodatie die goed geïsoleerd is, is daarmee ook kierdicht. Hierdoor kan verse lucht niet zelf de accommodatie in komen door kieren, indien alle ramen en deuren dicht zitten. Mechanische ventilatie of balansventilatie is dan nodig om toch goed te kunnen ventileren.
Door het afvoeren van binnenlucht gaat er ook kostbare warmte verloren, door het kiezen van balansventilatie met warmteterugwinning kan dit worden tegengegaan.
Absoluut. Wel is de vraag of de investeringskosten van isolatie nog opwegen tegen andere factoren die de resterende levensduur van de sportaccommodatie bepalen. Je kunt er ook voor kiezen om alleen de grootste lekkages aan te pakken, zodat de investering beperkter blijft. Het is in zo’n geval goed om een warmtetransmissieberekening te laten opstellen. Deze eenvoudige berekening geeft inzicht in de grootste lekkages en de winst die te behalen is door isolatiemaatregelen.
Een warmtepomp werkt op een laag temperatuurtraject van ca. 30-40 graden. Dit is het meest efficiënte temperatuurbereik voor een warmtepomp, waardoor deze zo min mogelijk energie verbruikt. Op lage temperatuur is het van belang dat de isolatie goed zijn werk doet, anders is een warmtepomp niet in staat de “kou” uit een accommodatie te krijgen. Door ervoor te zorgen dat de accommodatie niet (te ver) afkoelt kan dit deels worden voorkomen, maar op koude dagen is het extra van belang om de kou buiten te houden. Anders wordt niet de gewenste binnentemperatuur gehaald. Qua isolatie zijn de nieuwbouwrichtlijnen voor Rc-waarden het beste, want deze gaan uit van binnentemperaturen voor woningen. Is de gewenste binnentemperatuur van de sportaccommodatie lager, dan zijn lagere Rc-waardes ook mogelijk, alhoewel nog steeds geldt: hoe hoger, hoe beter. Zie ook de FAQ Warmtepompen.
Jouw sportaccommodatie
De technische levensduur van isolatie is in principe gelijk aan de levensduur van de rest van je gevel, dak of raam. Bij goed onderhoud verliest de isolatie zijn werking niet. Indien er vocht in de isolatie kan komen of wanneer er kieren komen in de isolatie (bijvoorbeeld door scheuren), zal de werking van de isolatie achteruit gaan. Door eens in de paar jaar te controleren of de isolatie nog goed werkt, kan je slecht functionerende isolatie tijdig opsporen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een warmtebeeldcamera gebruiken.
In het geval van spouwmuurisolatie wordt er piepschuim in de spouwmuur gespoten. Dit kan eventueel door een kier in de muur ontsnappen. Zorg daarom dat bij het vullen van de spouw goed gecontroleerd wordt of de isolatie overal goed is aangebracht en herhaal dit na enkele jaren. Dit kan bijvoorbeeld na afloop met infrarood-meetapparatuur.
Na-isolatie is een reparatiepoging van de (slechte) isolatie van de bestaande gevel. Hiermee wordt de isolatie een stukje beter, maar blijft de ingreep beperkt. Door het laten uitvoeren van een warmtetransmissieberekening kan je (laten) beoordelen of deze verbetering nuttig genoeg is. Voor een woning kan dit een aardige oplossing zijn, maar voor een sportaccommodatie ligt dit net even anders. Sportaccommodaties zijn vaak vrijstaande gebouwen, die aan alle kanten warmte kunnen lekken. Let hierbij ook goed op vochtproblematiek! Een gevulde spouwmuur kan vocht transporteren doordat de spouw-spleet gevuld wordt met een schuimsoort. (Van dit probleem was voorafgaand aan de na-isolatie nog geen sprake, doordat de spouw toen nog leeg was). Door correct uitgevoerde isolatie kun je dit voorkomen. Vraag altijd na hoe een aannemer dit probleem gaat oplossen.
Door een (deel van de) gevel opnieuw te isoleren wordt de isolatie een stuk beter. Spouwmuurisolatie wordt beperkt door de grootte van de spouw. Hoe dikker de isolatie, hoe beter. Daarom is isolatie buiten de muur via een voorzet-isolatie (binnen of buiten) vaak beter. In sommige gevallen is er niet eens een spouw aanwezig en is het toevoegen van een extra isolatielaag aan de binnen- of buitenzijde noodzakelijk. Dit kan variëren van een geheel nieuwe gevel tot een simpel raamwerk (hout-skelet) aan de binnenkant gevuld met isolatiemateriaal.
Waar spouwmuurisolatie geen extra ruimtebeslag geeft, kan een nieuw (stukje) gevel of raamwerk wel ruimte kosten. De nieuwe opbouw zal worden voorzien van vochtregulerende lagen. Als dit goed is uitgevoerd, zullen er geen vochtproblemen ontstaan. De kosten voor het opnieuw opbouwen van de gevel zijn aanzienlijk hoger dan voor het vullen van een spouw. Laat daarom deze twee opties doorrekenen en vergelijken met de energierekening om tot de beste keuze te komen.
Isolatiemateriaal is standaard onderhoudsvrij. Wel is het aan te raden om eens in de paar jaar te controleren of de isolatie nog werkt zoals bedacht, bijvoorbeeld via een warmtebeeldcamera. In veel gevallen is de isolatielaag weggewerkt achter een afgewerkte muur of plafond, dus kom je er niet eens bij. In geval van vochtplekken is het raadzaam om te controleren of er sprake is van condensvorming of een andere lekkage. Vochtige isolatie moet dan worden gedroogd of bij schade worden vervangen.
Bekijk alle verbeteropties
Hoe kun je jouw sportaccommodatie energiezuinig en duurzaam maken? Bekijk de mogelijkheden, voorbeelden en tips.