Natuurinclusief maken van sportlocaties vereist samenwerking
In 2020 was het Venlose sportpark Vrijenbroek toe aan een herinrichting. Naar aanleiding van een fusie van drie hockeyverenigingen in Venlo moesten op het sportpark twee extra hockeyvelden en een nieuw clubhuis worden gebouwd. “Destijds was vergroening van sportparken geen issue voor de gemeente”, vertelt Koen Hendriks, projectleider Sport- en beweeginitiatieven Openbare Ruimte van de gemeente Venlo. “Naar de mogelijkheid tegelijkertijd het sportpark natuurinclusief te maken werd dus niet gekeken. Er was alleen begroot voor de sportfunctie: de aanleg van twee kwalitatief goede hockeyvelden.”
Living lab
Een gemiste kans, stelt Hendriks achteraf, en een voorbeeld hoe het niet moet. Drie jaar later kregen hij en zijn team de mogelijkheid alsnog naar het vergroenen van Vrijenbroek te kijken. Sportkoepel NOC*NSF initieerde in de zomer van 2023 vijf living labs in Nederland. De vijf projecten waren bedoeld om in de praktijk uit te vinden wat komt kijken bij het natuurinclusief maken van een sportlocatie. Vrijenbroek werd één van die vijf.
Hendriks zag een aantal voordelen: “Naar aanleiding van de opgedane ervaringen zouden we een soort blauwdruk kunnen ontwikkelen voor het natuurinclusief maken van andere sportlocaties in Venlo. Met een stappenplan zouden we kunnen aangeven dat natuurinclusiviteit al in de ontwerpfase van een te herinrichten of nieuw te bouwen sportpark integraal moest worden meegenomen. Maar het belangrijkste wat we met het living lab wilden bereiken, is het zo veel mogelijk mensen en teams binnen de gemeentelijke organisatie bewust laten worden van de noodzaak onze omgeving natuurinclusiever te maken.”
Eyeopener
Kort daarvoor had Hendriks zelf inzicht gekregen in deze noodzaak. De nieuwe strategische visie ‘Venlo 2040’ was bedoeld om medewerkers vanuit verschillende teams een incompany training van Hogeschool Van Hall Larenstein te laten volgen. Op deze training leerde Hendriks over de gevolgen van de laatste jaren sterk afnemende biodiversiteit. “Mijn collega’s en ik kregen het worstcasescenario over ons heen. Verlies aan biodiversiteit – de verscheidenheid aan levende organismen op onze planeet – vermindert de gezondheid en de functie van ecosystemen. Hierdoor wordt hun vermogen aangetast om klimaatgerelateerde gevaren, zoals droogte of overstromingen, op te vangen en te weerstaan. De mens zal worden geraakt, omdat ecosystemen zorgen voor onze eerste levensbehoeften zoals zuurstof, eten en water.”
Een “enorme eyeopener”, zegt Hendriks. “Ik wist wel iets van biodiversiteit, maar ik was me tot dan toe niet bewust van de ernstige gevolgen van de afname. De urgentie om in actie te komen tegen deze afname is minstens zo belangrijk als de aanpassing aan het veranderende klimaat. Ik denk dat het gezamenlijk natuurinclusief maken van sportlocaties en de openbare ruimte effectiever zal zijn, als je als gemeente ervoor zorgt dat alle betrokken partijen overtuigd zijn van die urgentie. Hierdoor zal iedereen vanuit een intrinsiek gevoel verder willen kijken dan de eigen keuken.”
Samenwerking
Op de training werd ook duidelijk dat de diverse teams samen een bijdrage kunnen leveren aan het verhogen van de biodiversiteit. Al is het via kleine projecten. Net als bij klimaat geldt voor biodiversiteit: think global, act local. Hendriks: “De teams die gaan over groen, mobiliteit en sport en bewegen hadden in het verleden al een paar keer samen een project opgepakt. Dat was op kleine schaal. Naar aanleiding van de training is de samenwerking geïntensiveerd.”
Koppelkansen
Eén van de projecten die gezamenlijk werden opgepakt, was het living lab op sportpark Vrijenbroek. “Het was in eerste instantie zaak koppelingen te vinden tussen de diverse beleidsdoelstellingen”, vervolgt Hendriks. “In de Venlo.fit Sportvisie is één van de doelstellingen: een gezondere leefomgeving. Dat houdt onder meer in: meer groen en meer recreatiemogelijkheden. Dit is redelijk abstract. De collega’s van groen zijn meer in detail bezig. Zij hebben het over percentages oppervlak in de openbare ruimte die bestemd moeten worden voor groen.”
“Daarnaast heeft het team mobiliteit doelstellingen die betrekking hebben op verkeersveiligheid. Nu wilde het geval, dat Sportpark Vrijenbroek niet echt veilig was te bereiken voor bijvoorbeeld fietsende kinderen. Met groen kunnen we een veiligheidsgevoel creëren. Dit vormde de aanleiding om onze wens voor meer groen en natuurinclusiviteit onder de aandacht te brengen van zowel onze bestuurders als de gebruikers van het sportpark. Dit zijn koppelkansen waarnaar je op zoek moet. Ik raad andere gemeentelijke organisaties dan ook aan: denk niet alleen binnen de kaders van team sport, of team openbare ruimte, of team groen. Werk samen. Je hebt elkaar nodig.”
Begroting
Concrete ontwerpen voor meer natuurinclusiviteit op sportpark Vrijenbroek heeft het living lab tot nu toe nog niet opgeleverd. Wel hebben de drie teams een begroting ingediend. “Elk team heeft deze claim op identieke wijze gedefinieerd en onderbouwd. Niet met concrete plannen, omdat deze er nog niet zijn. Wel met dezelfde intentie. Het was ons erom te doen onze bestuurders alvast bewust te maken van de filosofie, het gedachtegoed, achter natuurinclusiviteit.”
Dat gedachtegoed is inmiddels geland, stelt Hendriks. “Er zal bij de herinrichting of bouw van andere sportparken al in de ontwerpfase worden gekeken naar de mogelijke rol van groen. Samen met de projectleider zullen we kijken naar koppelkansen en de mogelijkheid alle belangen – met betrekking tot een goede sportvoorziening, groen en mobiliteit – in de plannen mee te nemen. Ook zal in de begroting de combinatie tussen groen en sport worden verankerd.”
Beleid
Begin 2024 heeft het team Realisatie en beheer openbare ruimte een Integrale Visie op de Openbare Ruimte (IVOR) laten vaststellen. De IVOR is de verbindende schakel tussen verschillende gemeentelijke programma’s en doelen die betrekking hebben op de openbare ruimte. Eén van de ambities betreft gezondheid. Venlo wil de gezondste stad van Nederland worden. “Best bijzonder dat gezondheid zo’n belangrijke rol speelt bij de inrichting van de openbare ruimte”, meent Hendriks. “Natuurinclusiviteit gaat over gezondheid. Het natuurinclusief maken van sportlocaties is dus goed te combineren met deze ambitie.”
Binnenkort zal de technische vertaling van het ambitiedocument worden vastgesteld. De combinatie tussen natuurinclusief en sportparken zal hierin als leidraad worden opgenomen. “Het is belangrijk dat dergelijke combinaties vanuit beleid en visie worden gemaakt. Dit soort dingen hebben echter tijd nodig. Daarom is het des te meer waarderen dat, vooruitlopend op dit beleid, de intrinsiek gemotiveerde enthousiastelingen nu al kijken hoe intern verbindingen kunnen worden gelegd.”
In gesprek
Ook Hendriks neemt dergelijke initiatieven. “Naast beleid moet je ook vanuit jezelf de lobby voor natuurinclusiviteit aanjagen. Ik probeer bij collega’s aan de koffietafel, of als een project wordt gestart, natuurinclusiviteit onder de aandacht te brengen. Je hebt dan vaak een discussie, maar wrijving doet glanzen. Het gaat erom met elkaar in gesprek te raken.”